UTRECHT - Iets minder dan de helft van de Utrechters boven de 18 jaar heeft overgewicht, wat betekent dat hun BMI hoger is dan 25. Binnen de provincie zijn in de gemeente Bunschoten de meeste volwassenen te zwaar, namelijk 58%. Van de mensen met overgewicht in de provincie heeft bijna 3 op de 10 obesitas: een BMI boven de 30. Opvallend is dat vergeleken met andere provincies relatief weinig mensen met een te hoog lichaamsgewicht deelnemen aan een Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Dit blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Independer.nl op basis van data van het RIVM, het CBS en Nivel.

Aandeel Utrechters met overgewicht gedaald

Het percentage volwassenen met overgewicht is landelijk in tien jaar tijd met 4,4% gestegen. Momenteel heeft meer dan de helft van de Nederlanders (50,3%) een BMI boven de 25.

Utrecht is echter de enige provincie waar in tien jaar tijd juist een daling was (-0,2%). Momenteel is 44,9% van de inwoners in de provincie te zwaar. De vijf Utrechtse gemeenten met het hoogste percentage inwoners met overgewicht zijn:

  1. Bunschoten: 58%

  2. IJsselstein: 54,1%

  3. Rhenen: 54,1%

  4. Stichtse Vecht: 52,6%

  5. Lopik: 52,4%

De gemeente Utrecht heeft juist het laagste percentage inwoners met overgewicht: 38,4%. Ook in Bunnik (39,5%) en Zeist (42,4%) zijn de percentages relatief laag.

“Bas Knopperts expert zorgverzekeringen bij Independer: “Ben je te zwaar en wil je graag afvallen? Dan kun je op verschillende manieren hulp krijgen. Zo is er in steeds meer gemeenten aanbod van een Gecombineerde Leefstijlinterventie, ook wel GLI genoemd. Sinds 2019 worden deze programma’s onder bepaalde voorwaarden vergoed vanuit de basisverzekering. Ook gaat het niet ten koste van het eigen risico. Dat verlaagt de drempel om deel te nemen”.

Regionale verschillen in deelname aan GLI-programma’s

Landelijk gezien nam in 2022 slechts 1 op de 152 mensen met overgewicht deel aan een GLI-programma. In Utrecht lag dit aantal zelfs nog lager: 1 op de 163 inwoners deed mee. In de gemeente Utrecht (1 op de 398) was de deelname het laagst, net als in Vijfheerenlanden (1 op de 301) en Rhenen (1 op de 274).

Binnen de provincie waren in Bunnik (1 op de 88) de deelnamecijfers juist het hoogst, gevolgd door Woudenberg (1 op de 89) en Nieuwegein (1 op de 93).