UTRECHT - Het college van burgemeester en wethouders heeft het Meerjaren Perspectief Ruimte (MPR) aan de gemeenteraad aangeboden. Dit MPR verschijnt ieder jaar en geeft de stand van zaken weer van de uitvoering en planontwikkeling van de opgaven in de stad. Daarbij gaat het om grotere thema’s als wonen, werken, duurzame mobiliteit en groen. Dit jaar is ook ‘energie’ als opgave toegevoegd.


De meest recente bevolkingsprognose laat zien dat Utrecht in de toekomst hard blijft groeien. De verwachting is dat Utrecht in 2040 meer dan 450.000 inwoners telt. De groei brengt een enorme opgave met zich mee door de hiermee gepaard gaande vraag naar woningen, groen, voorzieningen, banen, mobiliteit en (duurzame) energie.

“Het MPR is een nuttig instrument om te zien wat de stand van zaken is als het gaat om de grotere opgaven waar we als stad voor staan”, zegt wethouder Klaas Verschuure (Ruimtelijke Ontwikkeling). “We hebben eerder dit jaar de ‘Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040’ gepresenteerd, waarin we beschrijven hoe we de groei de komende twintig jaar in goede banen kunnen leiden. We willen dat de groei in balans blijft met een toename van groen in de stad, groei van het aantal banen en voorzieningen, passende infrastructuur en met de ambities van de energietransitie. Op die manier kunnen we gezond en evenwichtig groeien. Met het MPR in de hand, kunnen we onze koers monitoren en eventueel bijstellen. Door de effecten van de coronacrisis is dit nog belangrijker.”

Woningen in aanbouw
In 2020 werd verwacht dat er voor 3.100 woningen gestart zou worden met de bouw. Nu blijkt dat er in 2020 meer woningen in aanbouw zijn genomen: bijna 3.600 woningen waarvan het grootste deel bestaat uit betaalbare huur- en koopwoningen. Dit hogere aantal komt doordat de start van 500 woningen in Leidsche Rijn Centrum al in 2020 startte, terwijl in eerdere berekeningen de start voorzien was in 2021.

Door de eerdere start van de bouw van deze 500 woningen, is dit aantal logischerwijs niet meer meegenomen voor de prognose van 2021. Het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de start plaatsvindt in 2021 bedraagt daarmee tussen de 2.800 en 3.100 woningen. Voor 2022 voorziet de gemeente de start van de bouw van 2.500 tot 3.100 woningen. Naar verwachting zal in 2023 de start van de bouw plaatsvinden van tussen de 3.155 en 3.946 nieuwe woningen. In de jaren 2022 en 2023 start een aantal grote gebiedsontwikkelingen met een fors aantal woningen in de eerste bouwfase, zoals Cartesiusdriehoek en Merwede.

Werken
Utrecht wil een economisch sterke stad in een sterke regio blijven. Daarom zet Utrecht in op een gezond economisch ecosysteem en een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat. Zo werken vastgoedeigenaren, ondernemers in de binnenstad en de gemeente samen aan een plan van aanpak om leegstand in de binnenstad en andere winkelgebieden tegen te gaan.

Net als bij de woningbouw, bekijkt de gemeente of er binnen de bestaande stad werklocaties geconcentreerd kunnen worden. In en rond de nieuw of verder te ontwikkelen stadscentra worden werklocaties toegevoegd. Wonen, werken en voorzieningen worden doelbewust gemengd. Deze functiemenging vindt voor een belangrijk deel in wijken plaats waar 24.000 van de beoogde 70.000 banen aan nieuwe werkgelegenheid terecht moet komen. Naast de behoefte aan werkfuncties en -locaties in wijken vanwege de nabijheid van klanten, zorgt werk ook voor een levendige omgeving.

Duurzame mobiliteit
Utrecht staat de komende decennia voor de uitdaging om de stad en de regio bereikbaar en aantrekkelijk te houden. Het concept mobiliteitsplan 2040 is opgesteld in samenhang met de concept Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040. Daarmee is een sterkere relatie gelegd met de verstedelijkingsopgave.

Utrecht werkt aan een sterke omslag naar duurzame mobiliteit, met nadruk op gezondere en meer ruimte-efficiënte wijzen van verplaatsen, zoals lopen, fietsen en openbaar vervoer en Utrecht investeert structureel in verkeersveiligheid.

Voor de langere termijn bereidt de gemeente samen met het Rijk, de provincie Utrecht en de regio het mobiliteitssysteem van de toekomst voor (de systeemsprong). Zo blijft Utrecht zich inzetten op de aanleg van een nieuw treinstation Lunetten-Koningsweg en twee lightraillijnen. De investeringen in bereikbaarheid blijven noodzakelijk voor de bouw van woningen en de komst van extra arbeidsplaatsen. De gemeente zal substantieel moeten bijdragen aan de regionale cofinanciering van de Utrechtse investeringsimpuls voor de schaalsprong OV, passend bij een miljardeninvestering van het Rijk.

Meer ruimte voor groen
Met de keuze voor binnenstedelijke verdichting vinden we een hoogwaardige, groene en toegankelijke openbare ruimte van groot belang met voorzieningen om de groei op te vangen. Daarnaast is het essentieel dat Utrecht zich voorbereidt op klimaatveranderingen. In de komende twintig jaar wil Utrecht 440 hectare extra groen in de stad realiseren: de Groene Schaalsprong. Dit betekent veel meer groen in de openbare ruimte, zowel in nieuwe ontwikkelgebieden als in de bestaande stad (Groen Tenzij). Er komen meer recreatieve mogelijkheden om de hoek voor sport, speelplekken in de buurt en groene ommetjes.

De Groene Schaalsprong betekent onder meer het vergroenen van bestaande en nieuwe straten en buurten, het ontwikkelen en verbeteren van groen-blauwe routes door de stad, nieuwe parkgebieden, groene verbindingen (scheggen) die stad en landschap met elkaar verbinden en het verbeteren en toegankelijk maken van groene gebieden om de stad.

Energie
Utrecht wil zo snel mogelijk een energieneutrale stad zijn. Dat vraagt extra investeringen van de gemeente, maar met name van andere partijen zoals woningbouwcorporaties, gebouweigenaren, eigenaar-bewoners, zakelijk en maatschappelijk vastgoed, netbeheerder en warmtebedrijven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het verduurzamen van bronnen voor de energievoorziening (warmte en elektra), het aanpassen van energie-infrastructuur en energiegebouwen en de isolatie en verdere verduurzaming van woningen en gebouwen.

Integraal investeringspakket
Het MPR geeft aan hoe de uitvoering en planontwikkeling van de thematische en gebiedsgerichte opgaven er op dit moment voor staan. Door de voortgang van de opgaven en de RSU met elkaar te vergelijken, zien we waar bijsturingen en investeringen noodzakelijk zijn. Met dit doel is een integrale meerjarige investeringsopgave inzichtelijk gemaakt. Hierin staan de investeringsvoorstellen die van belang zijn voor behoud van het bestaande kwaliteitsniveau, voor het realiseren van groei op korte termijn en voor de verdere groei en investeringen voor een extra kwaliteitsimpuls.

De keuzes voor investeringen en bijsturing zijn in het MPR en Voorjaarsnota (investeringsagenda groei) voorgelegd aan de Raad, waarmee het MPR een sturingsinstrument vormt voor de Raad. Daarnaast zal een aantal onderdelen nader moeten worden uitgewerkt in lijn met besluitvorming over de RSU 2040 die naar verwachting voor de zomer door de gemeenteraad genomen wordt.