UTRECHT - De inleveractie voor wapens van vorige week heeft geleid tot het inleveren van 62 steekwapens, 33 vuur- en luchtdrukwapens en 4 overige wapens bij de Utrechtse politie. Burgemeester Sharon Dijksma: “Deze inzamelactie is een succes. Het is heel belangrijk dat deze wapens nu uit onze stad verdwenen zijn. Elk ingeleverd wapen maakt onze stad veiliger”.
Ruim 200 gemeenten deden mee aan deze landelijke inleveractie, die onderdeel is van een bredere aanpak gericht op het tegengaan van wapenbezit en wapengeweld vanuit het landelijk actieplan ‘Wapens en jongeren’. Voorlichting aan jongeren over wapenbezit en wapengebruik voorafgaand aan de inleveractie was een belangrijk onderdeel van de aanpak. In Utrecht is hiervoor op diverse manieren aandacht gevraagd om zo het bewustzijn te verhogen over de risico’s van het bij je dragen van een wapen. Professionals zoals jongerenwerkers, docenten en haltmedewerkers zijn hierover met jongeren het gesprek aangegaan. Burgemeester Dijksma: “Veel jongeren staan onvoldoende stil bij de gevolgen van het op zak hebben van een wapen. Dat vind ik zorgelijk. Ze denken dat ze een wapen nodig hebben om zich te verdedigen, maar het leidt juist eerder tot ongelukken. En dan zijn de gevolgen groot”.
Utrechtse inwoners konden zowel steekwapens als vuurwapens inleveren. Steekwapens konden straffeloos gedurende de hele week anoniem in een speciale container worden gedeponeerd op vier politiebureaus: in de binnenstad, Overvecht, Kanaleneiland en De Meern. Voor vuurwapens gold een andere procedure; deze konden niet op het politiebureau worden ingeleverd. Hiervoor moest een afspraak gemaakt worden met de politie, die het wapen thuis kwam ophalen. In de meeste gevallen wordt het vuurwapen onderzocht om vast te stellen dat het niet bij een strafbaar feit is gebruikt. Voor het wapenbezit wordt de eigenaar niet vervolgd, maar indien blijkt dat er een strafbaar feit mee is gepleegd, kan er wel vervolgd worden.