UTRECHT - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden doet vandaag uitspraak in vier kort gedingzaken die Universiteit Utrecht Holding en Universitair Medisch Centrum Utrecht Holding (samen ‘Utrecht Holdings’) hebben aangespannen tegen twee ex-medewerkers en hun persoonlijke bedrijven.


Utrecht Holdings

Utrecht Holdings zijn de bedrijven van de universiteit en het ziekenhuis die de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek van hun medewerkers (de uitvindingen) in de handel brengen. Daar kan veel geld mee worden verdiend en dat wordt (vaak) gebruikt voor nieuw onderzoek binnen de universiteit en het ziekenhuis. Beide ex-medewerkers werkten bij de universiteit, maar waren uitgeleend aan de bedrijven van de universiteit en het ziekenhuis. Eén van de ex-medewerkers werkte daar als bedrijfsjurist; de ander was vanaf 2009 bestuurder van die bedrijven.


Onderzoek naar het handelen van de ex-medewerkers

In 2018 hebben de twee ex-medewerkers (via hun eigen persoonlijke bedrijven) aandelen gekocht in deels dezelfde bedrijven als waarvan Utrecht Holdings eind 2017 al hun aandelen hadden verkocht. Het verkopen van die aandelen was op advies van de ex-medewerker, die toen hun bestuurder was. In 2019 en 2022 hebben de twee ex-medewerkers deze aandelen met miljoenenwinsten verkocht. Utrecht Holdings hebben laten onderzoeken of deze ex-medewerkers zaken hebben gedaan op een manier die niet is toegestaan. Op grond van de uitkomsten van het onderzoek zijn de twee ex-medewerkers in 2023 ontslagen.


Stukken in beslag genomen

Utrecht Holdings willen nog meer informatie over de wijze van handelen van deze twee ex-medewerkers, want zij zijn van plan rechtszaken tegen hen te beginnen om schadevergoeding te krijgen. Aan de rechter hebben zij daarom toestemming gevraagd om stukken (zowel digitale en niet-digitale) van de twee ex-medewerkers (en hun persoonlijke bedrijven) in beslag te mogen nemen, als extra bewijs. De rechter heeft dat toegestaan.


Toestemming nodig om in de stukken te kijken

Om te mogen kijken in de stukken die in beslag zijn genomen, hebben Utrecht Holdings ook weer toestemming van de rechter nodig. Die toestemming hebben zij aan de rechter gevraagd in vier kort gedingzaken.


In de twee kort gedingen bij de rechtbank Midden-Nederland, tegen de ex-bedrijfsjurist en zijn persoonlijke bedrijf, heeft de rechter beslist dat Utrecht Holdings niet in de stukken mogen kijken. Tegen deze beslissingen zijn Utrecht Holdings bij het hof in hoger beroep gegaan.


In de zaken tegen de ex-bestuurder en zijn persoonlijke bedrijf heeft de rechter van de rechtbank Gelderland beslist dat Utrecht Holdings wel in de stukken mogen kijken. Daartegen zijn de ex-bestuurder en zijn persoonlijke bedrijf in hoger beroep gegaan bij het hof.


Van het hof mag in bijna alle in beslag genomen stukken worden gekeken

De wet stelt een aantal voorwaarden om kennis te mogen nemen van stukken die in beslag zijn genomen. Zo moet degene die dat wil daar een geldige reden voor hebben. En het moet gaan om stukken over een juridische verhouding waarbij diegene betrokken is. In de vier hoger beroepszaken waarin vandaag uitspraak wordt gedaan moest het hof controleren of aan die voorwaarden is voldaan.


Het hof vindt dat Utrecht Holdings voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat aan de voorwaarden is voldaan voor het mogen bekijken van de stukken van de ex-medewerker die bedrijfsjurist was (en zijn persoonlijke bedrijf). Daarom krijgen Utrecht Holdings in hoger beroep alsnog gelijk.


Voor het mogen bekijken van de stukken van de ex-medewerker die hun bestuurder was (en zijn persoonlijke bedrijf), krijgen Utrecht Holdings voor een klein deel alsnog geen gelijk van het hof. Omdat Utrecht Holdings van de eerste rechter een aantal stukken hebben mogen bekijken die zij van het hof niet hadden mogen inzien, heeft het hof maatregelen voorgeschreven om de gevolgen daarvan zoveel mogelijk terug te draaien.