Aanrijding
In de ochtend van 19 november 2021 rijdt de man in een bestelbus op een weg binnen de bebouwde kom van Woerden. Hij nadert een T-splitsing. Voor hem fietst een vrouw, die met een armbeweging aangeeft linksaf te willen slaan. Op het moment dat de vrouw voorsorteert en af wil slaan, raakt de rechtervoorkant van de bestelbus haar aan de linkerzijde, waardoor zij valt. Het slachtoffer wordt kort na het ongeval naar het ziekenhuis gebracht en overlijdt de volgende dag aan de gevolgen van de aanrijding. Uit de verkeersongevalanalyse blijkt dat de bestelbus op het moment dat hij de vrouw aanreed op de linker weghelft reed, dus op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer.
Niet gezien
De fietsster reed op het moment dat zij door de verdachte werd aangereden recht voor de bestelbus. Aangezien de verdachte vrij zicht had, had hij de fietsster moeten zien als hij vooruit had gekeken. De man verklaarde op zitting dat hij de fietsster niet heeft gezien. Daaruit leidt de rechtbank af dat hij in ieder geval enige tijd niet of niet goed vooruit heeft gekeken, terwijl hij dat bij het naderen van een kruispunt als dit wel had moeten doen. Hoewel de verdachte niet (veel) harder reed dan toegestaan, verwijt de rechtbank hem wel dat hij zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse. De man naderde immers een T-splitsing. Daar komt bij dat de rechtbank uit het dossier afleidt dat verdachte bezig was met een inhaalmanoeuvre, aangezien de bestelbus zich op het moment voor het ongeval immers links van het midden van de weg bevond. Door deze rijbeweging te maken op deze plek en met deze snelheid, creëerde verdachte een gevaarlijke verkeerssituatie.
Taakstraf
Hoewel de verdachte de vrouw niet opzettelijk aanreed, is de rechtbank van oordeel dat de man schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval vanwege aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. Het rijgedrag van de man had, hoewel dit nooit zijn bedoeling was, zeer ernstige gevolgen. De rechtbank veroordeelt de man, gelijk aan de eis van de officier van justitie, tot een taakstraf van 200 uur en een rijontzegging van een jaar, waarvan negen maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet hij de nabestaande van de vrouw ruim €27.000,- schadevergoeding betalen.