AMERSFOORT - De rechtbank Midden-Nederland spreekt een 42-jarige politieagent uit Amersfoort vrij van het schenden van de geweldsinstructie voor opsporingsambtenaren. De agent werd in de nacht van 17 december 2022 in het centrum van Amersfoort door een man op zijn achterhoofd geslagen. De rechtbank oordeelt dat op dat moment sprake was van een concreet gevaar dat de agent zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De manier waarop hij vervolgens zijn wapenstok gebruikte was volgens de rechtbank toegestaan.
Toedracht
In de nacht van 17 december 2022 is een groep mannen betrokken bij een aantal incidenten in het centrum van Amersfoort. De politie krijgt om 3:00 uur een melding van een vechtpartij bij een café. Politieagenten, onder wie de verdachte, sturen de mannen weg en vragen hen het centrum te verlaten. Die weigeren dat en gaan met de agenten in discussie. De verdachte agent duwt één van de mannen weg, een andere man ziet dat en vraagt aan de agent waarom hij dat doet. Ook die man krijgt een duw, waarop de agent door deze man wordt beledigd. Op beelden is te zien en te horen dat de man hem beledigt. De agent loopt daarop op hem af en probeert de man vast te pakken. De rechtbank volgt de verklaring van verdachte dat hij de man op dat moment wilde aanhouden. Op dat moment is te zien dat de agent de wapenstok in zijn hand heeft.
Klappen
De agent heeft zowel bij de rijksrecherche als op de zitting verklaard dat de man hem met een vuist op zijn achterhoofd sloeg. De man ontkent dit, maar de rechtbank komt mede op basis van beelden tot de conclusie dat hij de agent wél heeft geslagen. Na de klap op zijn achterhoofd slaat de agent binnen 2 á 3 seconden drie keer met zijn wapenstok richting het hoofd of lichaam van de man. Op de beelden is niet goed te zien of de man ook wordt geraakt, maar uit zijn letsel kan worden afgeleid dat hij ten minste een keer op zijn hoofd is geraakt. De agent vertelde op zitting dat hij na de klap op zijn hoofd dubbel zag en bang was dat hij bij een volgende klap van de man knock-out zou gaan. Hij wilde de man zo snel mogelijk onder controle krijgen en had daarom geen tijd om hem te waarschuwen voor het gebruik van de wapenstok. Gelet op die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de agent gebruik mocht maken van zijn afweerbevoegdheid. Hij had niet een ander, minder ingrijpend, geweldsmiddel tot zijn beschikking om zichzelf te verdedigen. Het was zijn bedoeling om de man met de wapenstok op zijn bovenarmen te slaan, maar doordat hij dubbel zag, raakte hij hem per ongeluk op zijn hoofd.
Gebruik wapenstok
De manier waarop de agent zijn wapenstok gebruikte is volgens de rechtbank conform de geweldsinstructie. De agent moest in een fractie van een seconde beslissen. Onder die omstandigheden kon niet van hem worden verwacht dat hij het effect van de eerste klap met de wapenstok zou afwachten. Dat hij uiteindelijk drie keer bovenhands sloeg, en de man daarbij onbedoeld op zijn hoofd raakte, is dan ook niet buitensporig en maakt dat geen sprake is van schending van de geweldsinstructie. Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat de agent moet worden vrijgesproken.