EncroChat
In 2020 doet de politie onderzoek naar een gebruiker van een specifiek EncroChat-account. Uit verschillende chatgesprekken valt op te maken dat deze gebruiker, de verdachte, zich bezighoudt met de handel in MDMA, de werkzame stof in XTC. Tegen een contact zegt hij ‘kom morgen ff langs ik ben jarig heb barbecue’. De betreffende datum is de geboortedatum van de verdachte. Zijn ‘klanten’ sturen berichten als ‘stuur me een adresje, dan kom ik daar’. De verdachte geeft in antwoord daarop zijn adres en stuurt dan ‘tex me als bijna ben dan loop ik naar buiten.’ De verdachte stuurt ook een lijst van een voorraad die hij ‘weg wil werken', waaronder meer dan 100 kilo MDMA. In andere berichten heeft de verdachte het over prijzen, een ‘draaier’ (iemand die synthetische drugs maakt) en over ‘smelten en afdraaien’, wat onderdeel is van het proces voor de productie van synthetische drugs.
Bewijs
De rechtbank oordeelt dat in Frankrijk onderschepte EncroChat-berichten in deze zaak kunnen worden gebruikt voor het bewijs. Uit chatgesprekken en telecomgegevens maakt de rechtbank op dat de verdachte in de periode van 27 maart tot en met 12 juni 2020 de gebruiker was van het EncroChat-account. De rechtbank concludeert dat de gesprekken die hij voerde steeds gingen over verdovende middelen, waaronder MDMA. Ook wordt aan de hand van de gesprekken duidelijk dat de man van 6 tot en met 11 juni 2020 MDMA vervoerde en dat hij verdeeld over drie data de beschikking had over tientallen kilo’s van die drugs. Daarnaast is volgens de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig maakte aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor de handel in verdovende middelen. Uit de chatgesprekken blijkt dat de verdachte de beschikking had over geld dat bedoeld was voor de aankoop/financiering van MDMA en amfetamine én voor ruimte voor de opslag hiervan. Ook maakte hij afspraken met afnemers, verkopers en verleners van hand- en spandiensten.
Straf
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 7 jaar, maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Zo wordt hij vrijgesproken van het witwassen van ongeveer € 30.000,- omdat niet bewezen kan worden dat hij dit verdiende met de drugshandel of met een ander misdrijf. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. In het nadeel van de verdachte wordt meegewogen dat hij al twee keer eerder is veroordeeld voor feiten die te maken hebben met de handel in verdovende middelen. Ook neemt de rechtbank mee dat de man, in een andere zaak, al is veroordeeld tot een celstraf van 14 maanden. Al met al vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 5 jaar passend. Het OM vroeg niet om een zogenoemde ontneming, maar omdat de rechtbank ervan uit gaat dat de verdachte fors aan de drugshandel verdiende en van oordeel is dat misdaad niet mag lonen, moet de verdachte ook een boete betalen van € 30.000,-.