Botsing
Op 13 januari 2021 rijdt de Utrechter in zijn vrachtwagen op de A2 in de richting van Utrecht. Hij rijdt zo’n 83 kilometer per uur op de vluchtstrook van de snelweg. Op diezelfde vluchtstrook staat bij Nieuwegein een personenauto met pech. De alarmlichten staan aan en de rechterportier staat open. Op de bijrijdersstoel zit een vrouw. Haar broer staat vlak bij de auto. De vrachtwagenchauffeur ziet de stilstaande auto niet, remt niet af en rijdt er in een rechte lijn achterop. De slachtoffers worden door de klap weggeslingerd. De vrouw overlijdt aan haar verwondingen; de man raakt zwaargewond.
Verkeersongevallenanalyse
Uit onderzoek blijkt dat de vrachtwagenchauffeur een stuurbeweging naar rechts moet hebben gemaakt om op de vluchtstrook terecht te komen. En dat moet enige tijd voor de plaats van het ongeluk hebben plaatsgevonden. Uit de verkeersongevallenanalyse wordt geconcludeerd dat ten minste 4 minuten sprake was van een constante snelheid van 83 kilometer per uur en dat de chauffeur enige tijd voor het ongeval in een vrijwel rechte lijn op de vluchtstrook reed. Dit wordt ook ondersteund door een verklaring van een getuige. De stilstaande auto, met alarmverlichting, was op 150 meter duidelijk en goed zichtbaar voor een oplettende bestuurder. Bij een snelheid van 83 kilometer per uur had de vrachtwagenchauffeur de auto op ongeveer 6,5 seconden voor de botsing moeten kunnen zien. De man was niet onder invloed van alcohol of drugs en zat niet op zijn telefoon. Op zitting verklaarde hij dat hij opeens een auto voor zich zag, maar dacht dat die langzaam reed.
Onvoorzichtig en onoplettend
Gelet op de tijd waarin de chauffeur onvoldoende voorzichtig en oplettend is geweest en de extra verantwoordelijkheid die hij heeft als vrachtwagenchauffeur, vindt de rechtbank dat er juridisch gezien sprake is van aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. De officier eiste een gevangenisstraf van 1 jaar en een rijontzegging van 4 jaar omdat de man zeer onvoorzichtig en onoplettend zou hebben gereden. Maar daar gaat de rechtbank dus niet in mee. Uit niets blijkt dat de man de verkeersovertreding bewust maakte en dat hij doelbewust risicovol reed. De chauffeur wordt veroordeeld tot de maximale taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 2 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk. De rechtbank ziet geen toegevoegde waarde in een gevangenisstraf naast de taakstraf. De houding van de man heeft hierbij een grote rol gespeeld. Hij heeft het ongeluk nooit gewild en heeft rechtstreeks spijt betuigd aan het slachtoffer. Daarnaast had het ongeluk ook voor hem zichtbare (psychische) gevolgen.