Diefstal en mishandeling
Op 10 april 2022 ging één van de verdachten naar het appartement van het latere slachtoffer in de Utrechtse wijk Lunetten. Daar stal hij de portemonnee en pinpas van de man. Hij wist dat er ongeveer €10.000,- op zijn rekening stond. Nadat de verdachte met de gestolen pinpas in totaal €500,- had gepind, is deze geblokkeerd. Vervolgens is de verdachte drie dagen later samen met de medeverdachte teruggegaan naar het huis van het slachtoffer. Ze wilden nóg meer geld van hem hebben. Eenmaal binnen hebben de twee mannen het slachtoffer hevig geslagen en geschopt tegen zijn gezicht, benen, armen, romp en buik, waar hij diverse verwondingen aan overhield. Naast het ernstige geweld is het slachtoffer ook vastgebonden en is hij in deze toestand hulpeloos achtergelaten. Later op de dag zijn de verdachten opnieuw naar het appartementencomplex van het slachtoffer gegaan. Daar braken ze de brievenbus open en stalen de nieuwe pinpas van het slachtoffer. Hij lag op dat moment nog steeds vastgebonden en mishandeld in zijn woning. In de avond van 13 april 2022 vond de ex-partner van het slachtoffer hem dood in zijn appartement.
Bewijsmateriaal
Eén verdachte is op camerabeelden te zien bij de lift van het complex. Ook is van hem een schoenspoor in de woning aangetroffen. Daarnaast werd op zijn tasje bloed van het slachtoffer gevonden. Van een medeverdachte is veel DNA gevonden op onder andere een touw waarmee het slachtoffer was vastgebonden. Ook werd er bloed van het slachtoffer aangetroffen op de kleding en schoenen die deze verdachte droeg op het moment van aanhouding. De aanwezigheid van de derde verdachte in de woning kan op basis van het onderzoek niet met zekerheid worden vastgesteld. Daarmee kan volgens de rechtbank ook niet wettig en overtuigend bewezen worden dat deze verdachte (mede)verantwoordelijk is voor de dood van de man.
Lange gevangenisstraf
Net als de officier van justitie stelt de rechtbank dat in deze zaak sprake is van gekwalificeerde doodslag: de twee Utrechters brachten het slachtoffer om het leven omdat ze zijn geld wilden. Bij de strafoplegging neemt de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat de verdachten later op de dag teruggingen naar het complex, terwijl het slachtoffer op dat moment zwaar toegetakeld en vastgebonden in zijn woning lag. Daarmee hebben zij volgens de rechtbank laten zien dat zij zich op geen enkele manier om het welzijn van het slachtoffer hebben bekommerd. De rechtbank veroordeelt de twee Utrechters tot een gevangenisstraf van 17 jaar. Voor één verdachte is deze straf conform de eis van de officier; voor een andere verdachte valt de straf twee jaar hoger uit dan geëist. De derde verdachte wordt vrijgesproken, omdat de rechtbank de betrokkenheid van deze man bij het doden van slachtoffer niet met zekerheid kan vaststellen. De officier van justitie eiste tegen deze verdachte 15 jaar cel.