Op 13 april 2022 werd het slachtoffer ’s avonds door zijn ex-partner dood aangetroffen in zijn appartement in de Utrechtse wijk Lunetten. Hij was vastgebonden en had meerdere verwondingen. De politie startte onder leiding van het Openbaar Ministerie een grootschalig onderzoek. Dat onderzoek leidde een dag later tot twee aanhoudingen, twee Utrechters van nu 53 en 42 jaar oud. Twee maanden later werd nog een derde verdachte, een nu 30-jarige man uit Utrecht aangehouden.
Uitgebreid onderzoek
Uit het uitgebreide onderzoek is volgens het Openbaar Ministerie gebleken dat de drie verdachten verantwoordelijk zijn voor de dood van het slachtoffer. Een van hen was een bekende van hem die wist dat hij enkele duizenden euro’s spaargeld op zijn bankrekening had staan. Deze verdachte, die verslaafd was aan drugs, stal de bankpas van het slachtoffer en pinde er meerdere malen mee. Toen de pas geblokkeerd bleek te zijn, besloot de man met twee bekenden naar het huis van het slachtoffer te gaan om een nieuw bankpasje met pincode te bemachtigen. Daar aangekomen is het slachtoffer vastgebonden en zwaar toegetakeld. De drie verdachten doorzochten de hele woning en zijn uiteindelijk vertrokken met een creditcard. Het slachtoffer lieten ze achter in de overhoop gehaalde woning. De man is overleden aan verwondingen die hij opliep door stompen of schoppen in de buikstreek.
Uit camerabeelden blijkt in de visie van het Openbaar Ministerie dat de verdachten vervolgens in een winkelcentrum in de buurt vergeefs probeerden te pinnen met de gestolen creditcard. Later op dag gingen ze terug naar het huis van het slachtoffer om zijn brievenbus open te breken. Daaruit stalen ze de door de bank opgestuurde nieuwe bankpas. Zonder de bijbehorende pincode lukte het echter niet om er geld mee op te nemen.
Gekwalificeerde doodslag
Het onderzoeksdossier bestaat behalve uit verklaringen van verdachten en getuigen uit onder meer onderzoek naar communicatie tussen de verdachten, camerabeelden uit het appartementencomplex waar het slachtoffer woonde en onderzoek naar aangetroffen vingerafdrukken, schoenafdrukken en DNA-sporen. Hoewel de verdachten in hun verklaringen voornamelijk elkaar een grote rol toedichten, vindt de officier van justitie het op basis van de onderzoeksresultaten bewezen dat ze alle drie geweld gebruikt hebben tegen het slachtoffer. Alle drie worden ze schuldig geacht aan het medeplegen van gekwalificeerde doodslag. Ze hebben bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer zou overlijden door het geweld dat ze gebruikten. En ze deden dat volgens het OM om daarmee het bereiken van hun doel – namelijk de diefstal van het spaargeld – te vergemakkelijken.
In wisselende samenstelling zijn de verdachten ook vervolgd voor meerdere diefstallen van het slachtoffer en pogingen daartoe. Twee verdachten zijn bovendien vervolgd voor twee inbraken in een restaurant de nacht voorafgaand aan het dodelijke geweld.
Onverteerbaar
Het Openbaar Ministerie neemt de verdachten hun handelen zeer kwalijk. De mannen kozen ervoor om de financiering van hun verslaving boven alles te stellen. Zelfs boven een mensenleven. Voor de nabestaanden is dat onverteerbaar. Het wordt de verdachten ook aangerekend dat ze niet of beperkt hebben meegewerkt aan onderzoeken en geen openheid van zaken hebben gegeven over de precieze gang van zaken. In de visie van het Openbaar Ministerie zijn alleen lange gevangenisstraffen daarom passend.
Het Openbaar Ministerie vindt de schadevergoeding van ruim 55 duizend euro die de nabestaanden hebben ingediend toewijsbaar.