Betrapt tijdens inbraak
Op 18 januari breken drie verdachten in bij de man in Breukelen. Als ze zien dat hij ligt te slapen, kiezen ze ervoor om de inbraak vroegtijdig af te breken en te vertrekken. Twee dagen later komen vier verdachten terug. Eén van hen, een 21-jarige man uit Utrecht, fungeert als chauffeur en brengt ze weer naar Breukelen. Terwijl hij in de auto blijft zitten, breken de mannen uit Rotterdam (20), Bunnik (21) en Utrecht (21) opnieuw in. Met een koevoet breken ze de deur open en gaan ze met tie-wraps naar binnen. Ook nu is de bewoner thuis. Hij verrast de inbrekers en bespringt één van hen vermoedelijk met een hamer in de hand. Er ontstaat een worsteling waarbij de man zwaar wordt mishandeld. Twee verdachten slaan hem met de koevoet én met de hamer. Hierbij slaan ze hem ook meerdere keren op zijn hoofd. De drie mannen zijn vervolgens bij de verdachte die in de auto zat te wachten ingestapt en weggereden.
Geluidsopnames
Als de verdachten bij de politie in beeld komen, wordt op de telefoon van één van hen een audiofragment aangetroffen. Het gaat om een gesprek tussen hem en drie medeverdachten. Hij verklaart hierover bij de politie dat hij en een medeverdachte na de fatale woningoverval naar de politie wilden stappen, ook omdat zij zich bedreigd voelden door de andere twee verdachten. Als bewijsmateriaal besloten ze een gesprek tussen hen en twee anderen op te nemen. Te horen is hoe de verdachten het over de inbraak en de confrontatie met het slachtoffer hebben. De rechtbank oordeelt dat de geluidsopnames bruikbaar en betrouwbaar zijn als bewijs. Ze zijn kort na de woningoverval gemaakt en de (hoofd)verdachten weten niet dat ze worden opgenomen waardoor ze vrijuit met elkaar praten. Op de opnames wordt gesproken over het slaan met een hamer en een koevoet op het hoofd van het slachtoffer. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de verwondingen bij het slachtoffer passen bij het slaan met bijvoorbeeld de aangetroffen hamer en koevoet. Op het slachtoffer zijn ook stukjes zwarte coating gevonden, die hoogstwaarschijnlijk van de koevoet afkomstig zijn.
Straffen
De rechtbank veroordeelt de verdachten uit Rotterdam en Bunnik beiden tot een gevangenisstraf van 14 jaar. Zij waren degenen die met slagwapens op het slachtoffer insloegen. Ze hebben zich schuldig gemaakt aan gekwalificeerde doodslag (ze doodden het slachtoffer om de inbraak te verhullen). Een verdachte uit Utrecht is veroordeeld tot 6 jaar cel. Ook hij nam deel aan de inbraak, maar zijn aandeel in het geweld was beperkt. De rechtbank legt de andere verdachte uit Utrecht, de chauffeur, een gevangenisstraf op van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdachte uit het Fries Mûnein is veroordeeld tot een celstraf van 6 maanden. Hij was degene die met het idee kwam om de eerste inbraak op 18 januari in Breukelen te plegen.