Toen de vader in de ochtend van 26 maart 2020 naar zijn werk wilde gaan, werd hij bij zijn werkbus neergeschoten. De verdachte legde uit dat hij die ochtend wilde praten met de vader, die bezwaar had tegen de relatie van zijn dochter. Toen de vader een mes pakte, had de verdachte meermalen geschoten. Het wapen was vastgelopen en hij had het in de Kromme Rijn gegooid, waar het later inderdaad werd gevonden. Hij was teruggegaan naar zijn scooter die hij verderop had geparkeerd en daar had hij twee mannen gezien.
Een van de twee mannen vertrouwde de situatie niet, maakte een foto van de scooter en meldde het kenteken bij de politie. Mede hierdoor werd de verdachte een half uur na het schieten aangehouden in Amersfoort. Hij bekende gelijk de schutter te zijn geweest. Lopende het onderzoek bleek het niet te gaan om een eenmansactie. De dochter en echtgenote van de 50-jarige man waren vermoedelijk ook betrokken. Voorafgaand hadden ze een plan gemaakt, de dochter had het wapen geregeld en er waren afspraken gemaakt over hoe te handelen na het schieten. Er zijn audio opnames van gesprekken hierover. Twee weken geleden werd de zaak tegen de medeverdachten behandeld.
Op de zitting vandaag vond de officier van justitie bewezen dat de 21-jarige man zich schuldig had gemaakt aan moord. Het wapen was enkele dagen tevoren aangeschaft. De verdachte was met het geladen vuurwapen naar de woonwagen van het slachtoffer gegaan en bij zijn aanhouding bekende hij gelijk te hebben geschoten. Het slachtoffer was in zijn rug geschoten, zo is uit het onderzoek gebleken. Van noodweer kon geen sprake zijn. Als de verdachte had willen vluchten, dan had hij dat makkelijk kunnen doen, zijn scooter stond vlakbij. En dan zijn er nog de geluidopnamen waaruit blijkt dat er vooraf afspraken waren gemaakt.
Naast de moord vond de officier ook bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal van twee scooters en van een kentekenplaat, heling, bedreiging van twee medewerksters van een instelling waar hij in 2020 verbleef en mishandeling van een van hen. Gezien de problematiek bij de verdachte, zoals borderline, autisme en adhd, moet de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar worden gezien. Wel moet hij worden berecht volgens het volwassenenstrafrecht, zoals ook twee van de drie deskundigen hebben geadviseerd. De officier gaf aan dat behandeling ten zeerste nodig is, maar dat de beveiliging van de samenleving voorop moet staan. Alles overwegende kwam hij tot zijn strafeis van tbs met dwangverpleging en een gevangenisstraf van tien jaar.