Het ongeluk gebeurt op 8 april 2023 op de Marnedreef in Utrecht. Het slachtoffer steekt de straat te voet over en wordt daarbij aangereden door de auto van de verdachte. Zwaar gewond wordt het slachtoffer naar het UMC gebracht, waar ze diezelfde dag komt te overlijden.
Piepende banden
Volgens het OM heeft de verdachte op het moment van de aanrijding veel te hard heeft gereden. Getuigen hebben het over hard optrekken, accelereren en piepende banden. Ook uit het forensisch onderzoek blijkt dat de verdachte rond de 120/125 kilometer per uur reed, terwijl 50 kilometer per uur was toegestaan.
Hoewel het slachtoffer geen voorrang had op de plek van de aanrijding, is toch de snelheid van de bestuurder de oorzaak van het ongeluk. “De voetgangster zou de rijstrook al overgestoken zijn voordat de verdachte ter hoogte van de oversteek was”, concludeert de officier van justitie op basis van berekeningen door deskundigen. “Als hij zich aan de toegestane maximumsnelheid van 50 km per uur had gehouden.”
Veel weggebruikers
Het Openbaar Ministerie neemt de verdachte zijn gevaarlijke rijgedrag zeer kwalijk. “Hij heeft veel te hard gereden binnen de bebouwde kom”, licht de officier van justitie toe. “Midden op de dag op een locatie waarvan de verdachte had mogen verwachten dat er veel andere weggebruikers zouden kunnen zijn.” Daardoor kun je volgens het OM spreken van aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag.
Dit gedrag heeft voor het slachtoffer en haar nabestaanden enorme gevolgen gehad. “Ik ben mij ervan bewust dat geen enkele straf recht zal doen aan het verdriet dat de familie en vrienden hebben door het verlies van hun dierbare”, vertelt de officier van justitie. “Hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn.”
Levens ontwricht
Bij het bepalen van de strafeis is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Zo moet de verdachte verder leven in de wetenschap dat hij een dodelijk ongeval heeft veroorzaakt en daarbij het leven van diverse personen heeft ontwricht. Daarnaast heeft de verdachte een blanco strafblad.
Alles meewegende eist het Openbaar Ministerie een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uur. Daarnaast ook een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van een jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.