Komst coffeeshop
Het bedrijvencomplex aan de Tennesseedreef in Utrecht bestaat uit meerdere bedrijfsunits. Eén eigenaar van zo’n unit is van plan om er een coffeeshop te starten. De eerste fysieke voorbereidingen daarvoor zijn inmiddels begonnen. De VvE stelt dat de komst van de coffeeshop in strijd is met de geldende erfpachtvoorwaarden. In die voorwaarden staat dat detailhandel en horeca niet zijn toegestaan. De VvE vreest dat de coffeeshop ervoor zorgt dat de opstallen van het bedrijvencomplex onverzekerbaar zijn én dat de units slecht verkoopbaar zijn en in waarde dalen.
Vergunningen
De exploitant van de coffeeshop is van mening dat hij alles volgens de regels doet. Hij wijst hierbij naar de door de gemeente afgegeven vereiste vergunningen én naar de akte van splitsing. Daarin staat dat hij de unit mag gebruiken als bedrijfsruimte. Er staat niet dat hij de ruimte niet mag gebruiken voor de uitoefening van detailhandel of van een horecabedrijf. Ook handelt hij naar eigen zeggen niet in strijd met de erfpachtvoorwaarden. Zo heeft hij per brief van de gemeente Utrecht toestemming gekregen om zijn unit in strijd met de geldende erfpachtvoorwaarden te gebruiken.
In strijd met erfpachtvoorwaarden
De voorzieningenrechter oordeelt dat het gebruik van de bedrijfsunit als coffeeshop niet mag. Dat in de splitsingsakte niet staat dat de units niet voor detailhandel en horeca mogen worden gebruikt, wil niet zeggen dat het wel mag. In de splitsingsakte is namelijk ook bepaald dat alles wat in de onderliggende akte van erfpacht is opgenomen óók van toepassing is. En aangezien de erfpachtvoorwaarden voorschrijven dat detailhandel en horeca niet zijn toegestaan, werkt dat ook door in de akte van splitsing. Het verweer dat de exploitant per brief toestemming heeft gekregen van de gemeente volgt de voorzieningenrechter niet. In dezelfde brief geeft de gemeente namelijk aan niet zelf te hebben onderzocht of de exploitatie van een coffeeshop ook op grond van de akte van splitsing is toegestaan. Zo schrijft de gemeente: “Dit dient u zelf te onderzoeken. De eventuele onmogelijkheid om het appartementsrecht als coffeeshop te exploiteren komt uitdrukkelijk voor uw rekening en risico.” De voorzieningenrechter verbiedt de exploitant de bedrijfsunit te gebruiken voor de exploitatie van een coffeeshop en legt hierbij een dwangsom op van € 2.500,- per dag, tot een maximum van € 100.000,-.