Net als de vijf die gisteren voor de rechter stonden, wilden de verdachten vandaag niet vertellen hoe ze in de straathandel waren beland. Ook in deze zaken hebben getuigen uit angst voor represailles hun verklaring onder nummer en niet op naam afgelegd. “Het is niet voor niets dat mensen geen openheid van zaken willen geven”, hield de officier van justitie de verdachten voor. “Het is een harde wereld, waar allerlei criminaliteit mee samenhangt en die grote maatschappelijke schade toebrengt, ook aan de gezondheid van mensen. Als straatdealer ben je een belangrijke schakel in de keten van productie tot gebruiker en daarom moeten straffen afschrikken.”
Afschrikken is ook nodig omdat deze zaken samenhangen met een brede aanpak in Utrecht Zuid met als doel te voorkomen dat jongeren in de drugshandel terecht komen. Dit gebeurt samen met allerlei partijen – wijkbewoners, ondernemers, scholen, hulpverleners en jongerenwerk – door middel van bijvoorbeeld lesprojecten en opvoedcursussen. Ook worden jongeren geholpen om uit de drugshandel te komen. “Het gaat om helpen én afrekenen”, aldus de officier.
Een 23-jarige verdachte werd vandaag veroordeeld tot een celstraf van drie maanden voor een maand dealen, met daarbij 90 dagen cel in verband met een eerdere veroordeling. Een 18-jarige verdachte kreeg negen maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk, voor zes maanden dealen. Ook is hij zijn telefoons, handelsgeld, en auto kwijt. De laatste twee verdachten waren medeverdachten. Over het bewijs in de zaak tegen de 18-jarige had de rechter twijfels; hij werd vrijgesproken. De medeverdachte van 23 jaar kreeg tien maanden celstraf en de proeftijd voor een eerdere veroordeling werd verlengd met een jaar zodat het toezicht en de begeleiding doorlopen. De drugs, het handelsgeld en de dealertelefoons krijgen ze niet terug.
De komende maanden zullen de overige en ook andere zaken met jonge drugsdealers als verdachten voor de rechter worden gebracht.