Na het overlijden van zijn vader in 2009 deed de man op verzoek van zijn moeder haar financiën. Die afspraak is nooit schriftelijk vastgelegd. Wel had de man een bankvolmacht. Hij deed de betalingen vanaf de bankrekening van zijn moeder.
Banksaldo flink geslonken
Na een schenking aan de kinderen had de moeder van de man eind 2013 ongeveer 198 duizend euro op de bank staan. Toen de bankvolmacht in september 2018 werd beëindigd, was er nog ongeveer 3.800 euro over.
Volgens zijn moeder gaf zij geen toestemming voor de uitgaven die de man deed. De man verklaarde dat het geld op ging aan privé-uitgaven van zijn moeder en de rest aan hem geschonken zou zijn. Voor een aantal betalingen vroeg hij vooraf geen toestemming.
Bewijsproblemen strafzaak
Over de aansprakelijkheid van de man loopt een aparte procedure bij de burgerlijke rechter.
In deze strafzaak gelden andere juridische eisen. Er is sprake van bewijsproblemen. De man deed al voor de schriftelijke bankvolmacht betalingen vanaf moeders rekening. De afspraken daarover staan niet op papier. Tussentijds is ook niets gedocumenteerd, bijvoorbeeld via periodieke verantwoording of vastlegging van incidentele bestedingen. Het beheer hiervan duurde ongeveer 9 jaar. Dit beperkt de mogelijkheden om bepaalde betalingen als strafwaardig aan te merken.
Ander bewijs, zoals getuigenverklaringen, brieven en dergelijke, is er nauwelijks. Verklaringen over de sobere levensstijl van de moeder zijn niet voldoende, ook al draagt deze informatie in combinatie van de aangifte wel bij aan het ontstaan van een verdenking. Voor wettig en overtuigend bewijs is het echter niet genoeg.
Dit betekent dat de rechtbank de man veroordeelt voor de feiten waarover hij bij de politie heeft verklaard dat daarvoor tijdens deze betalingen of overboekingen toestemming van zijn moeder ontbrak en tot een vrijspraak van de feiten die de man steeds heeft ontkend.
Alternatief scenario verworpen
De rechtbank vindt niet aannemelijk dat de man bepaalde verklaringen onder druk bij de politie heeft afgelegd. Hij is daar pas na lange tijd op de zitting over begonnen. Bovendien had hij bij de politie gedetailleerd bekend en ontkend. Evenmin is aannemelijk dat zijn moeder bepaalde bedragen achteraf alsnog aan de man zou hebben geschonken.
Vertrouwen beschaamd
De man beschaamde het vertrouwen dat zijn moeder in hem stelde in ernstige mate. Hij beschikte over haar tegoeden alsof het zijn eigen geld betrof. Toen moeder het ontdekte, was haar geld nagenoeg op. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
In een aparte procedure bij de burgerlijke rechter is de man veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan zijn moeder.
Langere voorwaardelijke gevangenisstraf
De officier van justitie eiste een taakstraf van 200 uur en 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank komt niet tot 5 maar 2 bewezenverklaarde feiten. De rechtbank legt geen taakstraf op, omdat de man een blanco strafblad heeft, arbeidsongeschikt is en het grootste deel van het jaar niet in Nederland woont. Wel legt de rechtbank een langere voorwaardelijke gevangenisstraf op, namelijk 2 maanden. Voor deze voorwaardelijke gevangenisstraf geldt een proeftijd van 2 jaar. Mocht de man tijdens zijn proeftijd toch de fout in gaan, dan moet hij de voorwaardelijke celstraf alsnog uitzitten.
1.4 ℃
