DRIEBERGEN-RIJSSENBURG - De eigenaar van landgoed Dennenburg in Driebergen-Rijssenburg hoeft door hem geplaatste hekken op een pad voorlopig niet weg te halen. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland beslist. De man is het niet eens met de last onder dwangsom die de gemeente Utrechtse Heuvelrug hem oplegde in verband met de hekken op ‘zijn’ pad. Omwonenden vroegen de gemeente te handhaven, omdat het om een openbare weg zou gaan. Volgens de voorzieningenrechter heeft de gemeente (nog) niet kunnen bewijzen dat de weg inderdaad openbaar is.
Hekken
Verzoeker in deze zaak is sinds 2006 eigenaar van het landgoed. Hij is daarmee ook eigenaar van een deel van het pad dat erlangs loopt. In 2011 plaatste hij een hek waardoor het voor iedereen onmogelijk werd om gebruik te maken van het pad. Een buurtbewoner maakte vrijwel direct een bypass waardoor fietsers en wandelaars er tóch gebruik van konden blijven maken. Rond 18 mei van dit jaar plaatste de landgoedeigenaar nieuwe hekken, waardoor het pad helemaal niet meer toegankelijk is voor publiek. De reden daarvoor is dat het pad onder andere gebruikt zou worden voor criminele activiteiten. Dat geeft hem als bewoner van het landgoed een onveilig gevoel.
Last onder dwangsom
Naar aanleiding van een verzoek van omwonenden vroeg de gemeente Utrechtse Heuvelrug de landgoedeigenaar de hekken weg te halen en legde hem een dwangsom op van € 500,- per dag, met een maximum van € 2.500,-. Volgens de gemeente overtreedt de man met het plaatsen van de hekken de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), omdat het om een openbare weg gaat. De eigenaar is het daar niet mee eens en maakte bezwaar bij de gemeente. Met deze voorlopige voorziening bij de rechtbank wil hij bereiken dat hij de hekken tijdens de bezwaarprocedure niet weg hoeft te halen.
Onvoldoende bewijs
De voorzieningenrechter komt in deze procedure tot het oordeel dat de gemeente niet heeft kunnen bewijzen dat het pad een weg is in de zin van de Wegenwet en dat het openbaar is geworden. Er kan dus niet gezegd worden dat de landgoedeigenaar de APV overtreedt. Volgens de gemeente was het pad altijd al een weg en is het in de periode 1902-1975 dan wel in de periode 1975-2006 openbaar geworden. Het pad was toen vrij toegankelijk en er stonden geen borden met ‘verboden toegang’ of ‘eigen weg’. De voorzieningenrechter vindt dat de gemeente hier onvoldoende informatie over heeft gegeven en daar meer onderzoek naar had moeten doen. De motivering voor het handhaven en het opleggen van de dwangsom is daarmee gebrekkig. De bewijslast in deze kwestie ligt bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De gemeente moet dus aantonen dat het pad een openbare weg is. De voorzieningenrechter schorst het besluit waarin de last onder dwangsom is opgelegd tot tien dagen na de beslissing op het bezwaar. Dit betekent dat de landgoedeigenaar de hekken tot die tijd mag laten staan.