18 maart 2019. Agent Sarah Bahraoui herinnert alles nog. Samen met collega Robbie als eerste ter plaatse. ´We kregen een melding over een schietpartij in de wijk Kanaleneiland en stuitten op een stilstaande tram. We wisten nog helemaal van niets en legden daarom nog geen verband met de schietpartij. We stapten uit en zagen een vrouw op de grond liggen met mensen eromheen. Bouwvakkers wezen ons op een man onder de tram. Ik dacht gelijk: aanslag. Het slachtoffer had twee uitschotwonden in zijn buik. Hij was ook de man die aan de noodrem had getrokken, hiermee veel levens heeft gered, maar dat met zijn eigen leven moest bekopen. We richten ons gelijk op het slachtoffer. Ik begon met reanimeren. We zaten gelijk in de werkmodus, maar gaven elkaar ook rugdekking. Zou er nog meer geschoten worden? Was er ergens een sniper? Stel dat ook ik neergeschoten zou worden. Vragen die door ons hoofd spookten. Maar we bleven in de frontlinie staan. Je stapt niet weg. Het ging allemaal vanzelf. Alles om te voorkomen dat nog meer slachtoffers zouden vallen.’
De situatie in de tram staat nog steeds op het netvlies van Sarah. ‘We hadden nog geen idee naar wie we op zoek waren. In de tram zag ik een man liggen. Wezenloos op de bank. Overal bloed. Terugblikkend voel ik vooral trots. Trots op al die collega’s die hun taak uitvoerden. Achteraf sprak ik met veel collega’s. Een mooi samenzijn. Emotioneel, stil maar tegelijkertijd ook heel luidruchtig. Dat voelde zo fijn. Je mocht je emotie tonen. Was ik niet gewend. Voelde echt als een warm bad.’
Komt papa nog wel thuis?
Charles van Amerongen was destijds teamchef van Utrecht-Centrum en zeer nauw betrokken bij alle collega’s die zich ontfermden over de slachtoffers. Ook de dag erna staat nog steeds in zijn geheugen gegrift. ‘Het was een hele emotionele ochtend. Iedereen zat om 07.00 uur om de tafel. Met uitzondering van één collega. Die was bij zijn zoontje. Hij had zijn papa zien rennen op de televisie. Komt papa nog wel thuis, vroeg hij angstig aan zijn moeder. Of het verhaal van de collega die een slachtoffer aan het reanimeren was. Opeens gaat de telefoon van het slachtoffer. Haar moeder belde. Blijkbaar ongerust. Moet ik opnemen of niet?, vroeg de collega zich af terwijl hij aan het reanimeren was.
Duivelse dilemma’s.’
De stem van Charles breekt. ‘Deze herinneringen doen me nog steeds veel. Maar het is ook trots. Trots op al die collega’s die zich voor de volle honderd procent hebben ingezet.’
Utreg buigt nooit
Het bijzondere moment in het stadion is een initiatief van de stad en FC Utrecht waarbij de waardering richting alle hulpverleners, waaronder de politie, is uitgesproken. Destijds speelde club en haar supporters ook een grote rol bij de verwerking met onder meer een stille tocht waarbij voetbalsupporters hand in hand liepen met vertegenwoordigers van de Utrechtse moskeeën. ‘Utreg buigt nooit’ was en is nog steeds het credo.
Saamhorigheid
En die band tussen supporters en moskeeën is er nog steeds, zegt Stef van der Weide, coördinator veiligheid bij FC Utrecht en projectleider van de actie. ‘We maken als FC Utrecht sportief gezien een mindere fase door, maar zaterdag is alles opzij gezet. Het ging even niet om voetbal. De aanslag ligt zowel in de stad als bij de supporters nog heel erg aan de oppervlakte. Het ging niet om aanvallen op bepaalde personen, het ging om een aanval op de stad. Dat geeft een gevoel van saamhorigheid. De aanslag was verschrikkelijk maar de keerzijde is wel dat er bijvoorbeeld nog steeds een warm contact is tussen supporters en de moskee van Kanaleneiland.’
Verhalen
Ook Stef is nog steeds emotioneel als hij terugdenkt aan die ene dag. ‘Wij zaten als TDA redelijk afgesloten. Toen de verdachte was gepakt kwamen we buiten en hoorden alle verhalen. De dag erna kwamen we met zijn allen bij elkaar. Ook met de bondgenoten. Charles werd gevraagd iets te zeggen. Hij kon nauwelijks praten. Een andere collega, echt een ruwe bolster, barstte in huilen uit. Als ik terugdenk aan dat soort momenten, dan komt de emotie weer hard binnen.’
Charles zag niet op tegen de herdenking afgelopen zaterdag in en om het stadion. ‘Ik keek juist uit naar de herdenking. Zo kregen de collega’s van het eerste uur een aparte uitnodiging van de club. Dat wordt zo gewaardeerd.’ Ook de bondgenoten en nabestaanden waren bij de herdenking aanwezig.
Waardering
Op het veld zijn zaterdag vier fakkels afgestoken ter nagedachtenis aan de overledenen. En tijdens de 18e speelminuut is de wedstrijd stil gelegd en kwam er een luid applaus vanaf de tribunes. Een groot spandoek, gemaakt door supporters, was het tastbare bewijs van de waardering voor alle hulpverleners van die ene dag, 18 maart 2019.