Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt Jumbo dat zij is tekortgeschoten in haar verplichting om een veilige werkomgeving voor haar werknemers te verzorgen. Jumbo heeft daarmee artikel 32 van de Arbo-wet overtreden. Het OM heeft een strafbeschikking van 50.000 euro aan Jumbo opgelegd.
Strafrechtelijk onderzoek
De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) heeft het ongeval strafrechtelijk onderzocht. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat de rookplek die door Jumbo was ingericht onveilig was. De rookplek was naast de laaddoks gesitueerd en het hekwerk was onvoldoende afgescheiden van de laaddoks en het vrachtverkeer op het buitenterrein van het distributiecentrum. Daarnaast was de achteruitrijsignalering van de betreffende vrachtauto uitgeschakeld, zodat niet hoorbaar was dat deze achteruit reed.
Veiligheidsmaatregelen getroffen door Jumbo
Jumbo heeft ingezien dat er sprake was van een onveilige werkomgeving en heeft nadien meerdere maatregelen genomen waardoor de veiligheid op het terrein aanzienlijk is verbeterd. Zo is, naar aanleiding van een beoordeling door een veiligheidskundige, de rookplek buiten aangepast en veiliger gemaakt. Ook zijn alle vrachtwagens voorzien van een achteruitrijsignalering die bij iedere herstart van de wagen automatisch wordt geactiveerd. Mede door deze verbeteringen is het OM van mening dat Jumbo zich niet voor de rechter hoeft te verantwoorden, maar dat een strafbeschikking van 50.000 euro in dit geval een passende afdoening is.
Geldbedrag aan nabestaanden
Jumbo heeft zich tijdens het strafrechtelijk onderzoek meewerkend opgesteld, heeft contact onderhouden met de nabestaanden en heeft financieel haar verantwoordelijkheid genomen. Door Jumbo zal, naast de strafbeschikking, een geldbedrag worden betaald aan de nabestaanden, wat de nabestaanden ten goede willen laten komen aan een stichting (die zich richt op ontwikkelingshulp) die de nabestaanden in naam van het slachtoffer willen oprichten.