Vals geld
Het is de zomer van 2019 als het slachtoffer door de verdachte wordt gedwongen tijdens haar werk achter de kassa vals briefgeld van € 50,- aan te nemen van verschillende mensen die de verdachte naar binnen stuurt. Als ze hier niet aan mee zou werken, dreigde de verdachte haar familie ‘kapot te maken’. Het slachtoffer verklaarde bang te zijn en de briefjes aan te nemen, om vervolgens de ‘klanten’ terug te betalen met echt wisselgeld.
Mensenhandel
De verklaring van de verdachte dat het slachtoffer zelf met dit idee kwam omdat ze schulden zou hebben, vindt de rechtbank ongeloofwaardig. De verdachte heeft het slachtoffer onder zware dreiging handelingen laten uitvoeren die ze niet wilde, om daar vervolgens zelf beter van te worden. In de wet wordt dit aangemerkt als mensenhandel. De verdachte wordt vrijgesproken van het afpersen van een andere caissière. Wel wordt hij veroordeeld voor het bezitten en uitgeven van vals geld en het vernielen van een ruit.
Straf
De verdachte wordt berecht via het jeugdstrafrecht omdat hij licht verstandelijk beperkt is. De rechtbank ziet het afpersen van de caissière, die later verklaarde nog steeds bang te zijn, als een zwaar vergrijp en veroordeelt de verdachte tot 10 maanden jeugddetentie, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De reden dat deze straf lager is dan de 18 maanden die de officier had geëist, is dat de rechtbank niet alle feiten waarvoor de verdachte was aangeklaagd bewezen vindt. Daarnaast is het volgens de rechtbank belangrijk dat de jonge verdachte meewerkt aan behandelingen die zijn gericht op het verbeteren van zijn leven. Ook moet de verdachte terug naar school en op zoek naar een zomerbaan.