Discriminatieverbod
Gemeenten hebben vorig jaar de bevoegdheid gekregen een eenmalige energietoeslag te geven aan huishoudens met een laag inkomen. De Utrechtse student heeft in de zomer van 2022 bij de gemeente Utrecht deze eenmalige uitkering van 1.300,- euro aangevraagd. Hij woont in een zelfstandige studio, heeft een laag inkomen en betaalt zelf energiekosten en voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van de energietoeslag. Volgens de beleidsregels van de gemeente Utrecht komen studenten evenwel niet in aanmerking voor deze toeslag. De gemeente heeft dan ook geweigerd om de energietoeslag aan de student toe te kennen. De student vindt dat het uitsluiten van studenten als groep in strijd is met het discriminatieverbod en stelde tegen de afwijzing van de gemeente beroep in bij de rechtbank.
Standpunt gemeente onvoldoende onderbouwd
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het beleid van de gemeente Utrecht, dat studenten uitsluit van de eenmalige energietoeslag, in strijd is met het discriminatieverbod. Dat is inderdaad het geval. Er is namelijk sprake van vergelijkbare gevallen die door de gemeente op basis van de beleidsregel ongelijk worden behandeld. Het doel van die eenmalige uitkering is het voorkomen dat huishoudens met een laag inkomen als gevolg van de sterk gestegen energierekening in financiële problemen komen. De gemeente heeft onvoldoende onderbouwd dat de woonsituatie van studenten vaak anders is dan die van huishoudens die onder het minimabeleid vallen. Ook heeft de gemeente onvoldoende onderbouwd dat studenten minder hard worden getroffen door de hogere energieprijzen dan andere groepen minima. Volgens de gemeente kunnen studenten die toch in de problemen komen door de hogere energieprijzen wel aanspraak maken op individuele bijzondere bijstand. Maar de rechtbank vindt dit geen redelijk alternatief. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor die bijzondere bijstand zijn namelijk strenger dan de voorwaarden voor de eenmalige energietoeslag.
Alsnog uitkeren
De rechtbank oordeelt dan ook dat de beleidsregel van de gemeente Utrecht ten onrechte studenten als groep uitsluit van de eenmalige energietoeslag. Dat betekent dat het beroep van de student gegrond is en de rechtbank Midden-Nederland bepaalt dat de gemeente deze student alsnog de eenmalige energietoeslag van 1.300,- euro moet toekennen.