Burenruzie
Op 25 februari 2020 kwam het slachtoffer op boze wijze verhaal halen bij de woning van de man in Leersum, nadat hij een brief had ontvangen van de woningbouwvereniging waarin stond dat er een klacht tegen hem was ingediend wegens overlast. Uit het dossier blijkt dat het slachtoffer zich regelmatig intimiderend, bedreigend, onvoorspelbaar en agressief naar anderen heeft gedragen, waaronder de verdachte en zijn toenmalige echtgenote. Ook was de politie in een eerder stadium al een aantal keer ingeschakeld. De verdachte, lid van een schietvereniging en eigenaar van een wapen, zag zijn buurman voor zijn huis staan en haalde voordat hij de deur opendeed zijn vuurwapen uit de kluis. Volgens de man viel zijn buurman hem met een mes aan nadat hij de deur had geopend, waarna de verdachte het slachtoffer vier keer in de borst schoot.
Noodweer
De man bekent dat hij zijn buurman heeft neergeschoten en spreekt van een situatie waarin hij handelde om zichzelf en zijn gezin te beschermen. De rechtbank acht het aannemelijk dat er sprake is geweest van een noodweersituatie. Vlak voor het fatale moment belde het slachtoffer met de politie, waarbij hij onder andere heeft gezegd dat de politie moest komen omdat hij anders zijn buurman zou neersteken.
De verdachte had, voordat hij de deur opende, zijn pistool in de zak van zijn vest gestoken om zich voor te bereiden op een mogelijke gewelddadige confrontatie, maar dit betekent niet dat hij deze confrontatie heeft uitgelokt of daartoe het initiatief heeft genomen.
Niet strafbaar
De officier van justitie eiste 11 jaar gevangenisstraf wegens doodslag tegen de 56-jarige man, maar de rechtbank Midden-Nederland komt tot een ander oordeel. Volgens de rechtbank is de bewezenverklaarde doodslag niet strafbaar, omdat deze wordt gerechtvaardigd door een geslaagd beroep op noodweer. Daarmee is de man ontslagen van rechtsvervolging voor het doden van zijn buurman.