UTRECHT - De rechtbank Oost-Brabant heeft het verzoek van een vrouw uit Utrecht voor het horen van getuigen en een deskundige afgewezen. De vrouw wilde met het getuigenverhoor aantonen dat ze werd gedwongen om een overeenkomst met geheimhoudingsplicht te ondertekenen, nadat ze door haar ex-partner is mishandeld.

Na het beëindigen van hun relatie hebben de man en vrouw een vaststellingsovereenkomst met elkaar gesloten. Daarin staat onder andere een geheimhoudingclausule opgenomen. In een andere zaak (bodemprocedure) die door de man is aangespannen, eist hij dat de vrouw een geldboete betaalt omdat zij zich niet aan de geheimhoudingsplicht uit de overeenkomst zou hebben gehouden.

De vrouw wil echter dat de vaststellingsovereenkomst met de man wordt vernietigd. Volgens haar is ze fysiek en geestelijk door hem mishandeld. De vrouw geeft aan dat ze werd gedwongen om de vaststellingsovereenkomst te tekenen. Om dat aan te tonen, deed ze in deze zaak een verzoek tot het horen van getuigen en een deskundige.

Bodemprocedure

De vrouw wil de uitkomst van het getuigen- en deskundigenverhoor gebruiken in de bodemprocedure. De rechtbank ziet echter dat ze in die procedure al een standpunt heeft ingenomen en het voor de bepaling van haar standpunt niet nodig was om de uitkomst van een mogelijk getuigenverhoor af te wachten. Verder heeft ze onvoldoende onderbouwd waarom ze er toch nog belang bij heeft om in dit stadium van de bodemprocedure getuigen te horen.

Daarbij komt dat de rechtbank in de andere zaak al heeft bepaald dat er een mondelinge behandeling komt. De zaak is dus in een vergevorderd stadium. Als er nu een getuigenverhoor wordt bevolen, kan dat de gang van zaken alleen maar vertragen. Dat is volgens de rechtbank niet efficiënt en niet doelmatig. Bovendien bestaat de kans dat er meerdere getuigen worden verhoord over een breed aantal feiten. Het is de vraag of de uitkomsten hiervan relevant zijn voor de bodemprocedure.

De rechtbank verwacht dat er na de mondelinge behandeling in de bodemprocedure een (tussen)vonnis komt. Daarin kan de rechter aangeven of de vrouw een zogeheten bewijsopdracht krijgt en zo ja, hoe die eruit moet komen te zien. Al met al wijst de rechtbank het verzoek van de vrouw af.