UTRECHT - Tien van de twaalf mannen die twee weken geleden werden aangehouden op verdenking van het dealen van drugs in een aantal Utrechtse wijken staan vandaag en morgen terecht. Van de vijf zaken die vandaag op de rol stonden hield de rechtbank twee zaken aan. De overige verdachten werden veroordeeld tot celstraffen tot zes maanden waarvan twee voorwaardelijk.


Bij een grote actie in de Utrechtse wijken Kanaleneiland, Hoograven en Rivierenwijk werden de twaalf vermoedelijke drugsdealers van 14 tot 16 december aangehouden. Eerder deze maand werden nog eens vier andere verdachten in soortgelijke onderzoeken aangehouden. Het gaat veelal om jonge verdachten, degenen die deze week op zitting staan zijn tussen de 18 en 31 jaar.

De actie komt voort uit de aanpak van ondermijning, die zich in onze regio voornamelijk richt op drugs- en drugsgerelateerde criminaliteit. In de Utrechtse wijken waar dit probleem zich manifesteert, met name in Utrecht Zuid, is een brede aanpak ontwikkeld door gemeente, politie, Belastingdienst en OM. De aanpak bestaat uit een combinatie van repressie en preventie waarbij met een groot aantal betrokkenen wordt samengewerkt. Doel is afstraffen van verkeerd gedrag en belonen van goed gedrag. Scholen, ouders, hulpverleners, jongerenwerkers en buurtbewoners doen mee om jongeren weg te houden of weg te halen uit de drugscriminaliteit. Bijvoorbeeld door middel van lesprojecten, opvoedcursussen en een speciaal arbeidsbureau voor jongeren die moeite hebben met het vinden van een baan. Ook de klanten van de dealers worden betrokken: na de aanhoudingen kregen zij een sms-bericht waarin ze worden gewezen op de ontwrichtende effecten van drugscriminaliteit en op de mogelijkheden van hulpverlening.

De officier van justitie schetste de gevolgen en gevaren van cocaïnehandel, van bedreigingen tot liquidaties. ‘Dat zijn misschien grote woorden voor een straatdealer, maar op de straat is precies waar het allemaal begint’, zo stelde hij. Het snelle geld trekt jongeren aan, ze raken verstrikt in een criminele organisatie en geven het verkeerde voorbeeld aan andere jongeren. Daarom moeten niet alleen de verdachten die vandaag en morgen op zitting staan maar ook de jongens om de verdachten heen weten dat drugshandel wordt afgestraft en de verdiensten worden afgepakt.

Bij de strafeis hield de officier van justitie rekening met de ernst van de feiten, de periode waarin is gedeald en het strafblad van de verdachten. Hij eiste celstraffen tot zes maanden. De politierechter legde in één zaak vier maanden waarvan één voorwaardelijk op, in een andere 6 maanden waarvan twee voorwaardelijk en in een derde zaak 60 dagen waarvan 40 voorwaardelijk met een werkstraf van 40 uur. Twee zaken werden aangehouden, een vanwege tijdgebrek; de ander om een getuige nader te horen. Deze laatste zaak zal op de meervoudige kamer verder worden behandeld.

Morgenmiddag worden de zaken tegen vijf andere verdachten behandeld. De overige verdachten in dit en soortgelijke onderzoeken zullen de komende maanden worden gedagvaard en berecht.