HEERLEN - Het Openbaar Ministerie Limburg (OM) heeft vandaag een celstraf geëist van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk tegen een 36-jarige man uit Heerlen. Ook vorderde het OM behandeling. Hij wordt verdacht van het bedreigen van enkele familieleden, twee medewerkers van een bedrijf in Zeist en een praktijkassistente.
In totaal gaat het in de periode van mei 2023 tot en met februari 2024 om vier bedreigingen met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling.
Medewerkers
De doodsbedreigingen aan het adres van twee medewerkers van Damp-e in Zeist hebben zich in mei vorig jaar afgespeeld naar aanleiding van een online aankoop van een ‘Vape Raiser’. Verdachte bleek ontevreden over zijn aankoop en zag hierin aanleiding om de betreffende medewerkers met de dood te bedreigen. De medewerkers hebben hiervan aangifte gedaan.
Partner en schoonvader
Enige tijd later, op 20 februari 2024, ging de verdachte over tot het bedreigen van zijn partner en schoonvader. De achtergrond van deze bedreigingen ligt in een langer lopend relatieconflict tussen de verdachte en zijn partner. “Hoewel de relatie is hersteld, stond het er destijds heel anders voor”, zei de officier van justitie vandaag op zitting. “De verdachte kon het niet verkroppen dat zijn partner bij hem weg wilde gaan. Hij stuurde haar doodsbedreigende teksten en deed mondelinge bedreigingen. Ook zijn schoonvader moest het ontgelden met bedreigende telefoontjes en berichten.
Praktijkassistente
Dezelfde ochtend van 20 februari 2024 heeft de verdachte meerdere keren naar de spoedlijn van de huisarts gebeld met de boodschap dat hij al twee dagen niet gegeten zou hebben en dat de praktijk eten voor hem moest regelen. Hij bedreigde de assistente en zei het volgende: “Ik rijd met mijn auto de praktijk in als jij mij niet helpt en van mijn volgende loon koop ik geweren en knal ik jullie allemaal neer. Als jullie mij nog steeds niet helpen, ga ik naar een basisschool. Ik schiet alle kinderen en leraren omver. Misschien dat jullie mij dan helpen.”
Schreeuw om hulp
De politie hield de verdachte dezelfde dag nog aan en bekeek zijn telefoongegevens. Daaruit bleek dat de verdachte bezig was met de aanschaf van een wapen. De officier van justitie: “De verdachte heeft zijn bedreigingen nooit concreet gemaakt, echter in combinatie met zijn zoekgedrag naar een wapen, heeft hij aanzienlijke onrust gecreëerd in de maatschappij. Hij doet dit nu af als een schreeuw om hulp, maar hiermee maakt hij zich er volgens het OM veel te makkelijk van af.”
Bedreigingen niet gericht op specifieke school
Hoewel zijn bedreigingen niet concreet waren gericht op een specifieke school, stelt het OM zich op het standpunt dat de verdachte door zijn uitingen ervoor heeft gezorgd dat hij andere mensen enorme angst heeft aangejaagd en voor onrust heeft gezorgd.
Strafeis
Voor de verdenking van de feiten op 20 februari 2024 heeft de verdachte zes maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht. Op de pro forma zitting van 21 augustus 2024 is de voorlopige hechtenis, tegen de wens van het OM, door de rechter opgeheven. Deskundigen hebben een persoonlijkheidsstoornis en een ernstige verslavingsproblematiek vastgesteld en behandeling geadviseerd. Het OM neemt dit advies over en is van mening dat, gelet op de ernst van de bedreigingen en de effecten ervan op de samenleving, eveneens een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk op zijn plaats is. “De verdachte heeft laten zien dat hij bij het minste of geringste totaal doordraaft. Hij heeft niet alleen binnen de familiaire kring en bij buitenstaanders aanzienlijke onrust veroorzaakt, ook heeft hij zijn kinderen blootgesteld aan de gevolgen van zijn gedrag”, lichtte de officier van justitie toe.
De rechter doet over twee weken uitspraak in de zaak.