Incident
De voetballer deed op 2 juli mee aan een bedrijventoernooi in Ermelo. Tijdens dit toernooi vond een incident plaats waar hij betrokken bij was en een rode kaart kreeg. De scheidsrechter deed vervolgens schriftelijk aangifte bij de KNVB. De voetbalbond startte een vooronderzoek en besliste uiteindelijk op 27 juli dat de speler tuchtrechtelijk vervolgd wordt. Hem wordt verweten dat hij de scheidsrechter bij de keel heeft gegrepen, heeft geprobeerd een kniestoot te geven, heeft geduwd, dreigend op hem af is gegaan, een op de grond liggende speler tegen het hoofd heeft getrapt, ernstig beledigende taal heeft gebruikt en een toeschouwer heeft geslagen.
Wel of niet bevoegd?
Volgens de speler kloppen de verwijten niet, maar dat is niet wat in dit kort geding centraal staat. Deze zaak gaat over de vraag of de KNVB bevoegd is om te oordelen over het incident tijdens het bedrijventoernooi. De speler hoopt hiermee te voorkomen dat de KNVB hem kan schorsen, zodat hij met SV Spakenburg deel kan (blijven) nemen aan de competitie. Hij stelt dat uit het reglement van het bedrijventoernooi blijkt dat het toernooi wel volgens de regels van de KNVB wordt gespeeld, maar niet onder de zogenoemde auspiciën van de KNVB valt. Daarnaast zijn de teams die betrokken waren bij het incident niet ingeschreven bij de KNVB en lag de leiding van het toernooi bij de organisatie daarvan. Volgens de KNVB blijkt uit het Algemeen Reglement dat de bond wél bevoegd is om de speler te vervolgen. Daar volgt namelijk uit dat verplichtingen van KNVB-leden en strafbaarheid van overtredingen zover reiken dat ze ook voor wedstrijden in het kader van een bedrijventoernooi gelden. Er is niet bepaald dat een incident zich dan moet hebben voorgedaan tijdens een door de KNVB georganiseerde wedstrijd. Met andere woorden: een KNVB-lid moet zich altijd aan de geldende regels en verplichtingen houden.
Beslissing
In het toernooireglement staat niet alleen dat volgens de regels van de KNVB wordt gespeeld, maar ook volgens de reglementen van de bond. Dit blijkt ook uit het feit dat de wedstrijden werden geleid door KNVB-scheidsrechters. Daarnaast wijst de KNVB erop dat iedere wedstrijd die de speler speelt onder haar bevoegdheid valt, alleen al vanwege het feit dat hij lid is van de KNVB. Dit houdt in dat hij de belangen van de KNVB en de voetbalsport in het algemeen niet mag schaden. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de KNVB in dit geval wél bevoegd is. Omdat de scheidsrechter (en anderen) aangifte hebben gedaan bij de KNVB, is de aanklager van de bond op grond van het reglement verplicht de vermoedelijke overtreding in behandeling te nemen. Op basis van datzelfde reglement is de aanklager vervolgens verplicht de zaak ter beoordeling voor te leggen aan de tuchtcommissie.