UTRECHT - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 jaar. Hij is volgens het oordeel van het hof één van de twee schutters die begin 2017 in Utrecht een man heeft vermoord en twee dagen later de liquidatie van een andere man, een vriend en flatgenoot van het slachtoffer, heeft voorbereid.
Oordeel van de rechtbank
Eerder veroordeelde de rechtbank beide schutters tot gevangenisstraffen van 26 jaar en twee andere mannen, die betrokken waren bij de voorbereiding van de liquidatie van de flatgenoot, werden door de rechtbank veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en zeven jaar gevangenisstraf.
Alle vier verdachten hebben hoger beroep ingesteld. Alleen de vandaag veroordeelde schutter heeft dit beroep doorgezet. Daardoor zijn de veroordelingen van de rechtbank in de andere drie zaken al eerder onherroepelijk geworden.
Het hof heeft hetzelfde geoordeeld als de rechtbank, behalve als het gaat over de opgelegde gevangenisstraf.
Vergismoord
In de nacht van 12 januari 2017 werd het slachtoffer in de Utrechtse wijk Overvecht doodgeschoten in het portiek van zijn flatwoning. Snel daarna is de gestolen vluchtauto in dezelfde wijk in brand gestoken en zijn de wapens langs de vluchtroute in het water gegooid. Het slachtoffer van de moord bleek echter niet het beoogde doelwit van de twee Amsterdamse schutters. Uit ontsleutelde PGP-berichten blijkt dat dit een flatgenoot van het slachtoffer was. Ook bleek dat de moord op de flatgenoot, met medewerking van de eerdere twee schutters, nog steeds werd voorbereid. Hij heeft op 14 februari 2017 melding gemaakt van een auto bij zijn woonadres, die er met hoge snelheid vandoor ging toen de politie kwam. Na een crash op de A1 zijn de twee andere mannen aangehouden.
Strafmaat
Ten tijde van de moord was de vrouw van het slachtoffer in verwachting van hun eerste kindje. De gevolgen voor zijn familie en vrienden zijn verschrikkelijk en onomkeerbaar. Tijdens de terechtzitting van het hof bleek dat de moord nog steeds grote impact heeft op het leven van de vrouw en dat van haar inmiddels vijfjarige dochter. Het hof rekent het deze schutter ook zwaar aan dat hij, toen al snel bleek dat het slachtoffer niet het door hem en de andere schutter beoogde doelwit was, veel voorbereidingen heeft getroffen om alsnog de juiste persoon uit de weg te ruimen. Dit getuigt van een gewetenloosheid en roekeloosheid die niet goed te bevatten is.
Alles afwegende heeft het hof aan deze schutter een gevangenisstraf van 21 jaar opgelegd. Hierbij is ook rekening gehouden met de lange duur van het hoger beroep. Hoewel de door het hof aan verdachte opgelegde gevangenisstraf lager is dan de gevangenisstraf die de rechtbank had opgelegd, is de feitelijke duur van de gevangenschap in beginsel langer dan de feitelijke duur van de gevangenschap die door de rechtbank was opgelegd. Dit is een gevolg van een andere regeling voor een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling die sinds 1 juli 2021 geldt.