Loperamide
Het dochtertje van de verdachte wordt in april 2020 na 28 weken zwangerschap geboren. Het meisje blijkt last te hebben van hartritmestoornissen en groei- en ademhalingsproblemen. Omdat artsen geen verklaring kunnen vinden voor deze gezondheidsproblemen, wordt ook de moedermelk van de vrouw onderzocht. Verpleegkundigen hadden al eerder aangegeven dat de melk er waterig uit zag. Bij het onderzoek wordt een hoge concentratie loperamide (diarreeremmer) geconstateerd. Dit wordt gemeld aan de ouders en Veilig Thuis, die daarop de politie inschakelt. Vermoed wordt dat de vrouw de moedermelk zelf van buitenaf verdunt en loperamide toevoegt.
Zelf toegediend en verdund
De vrouw heeft altijd ontkend dat zij de moedermelk zelf manipuleerde. Volgens haar nam ze loperamide zelf in omdat ze door een auto-immuunziekte last had van diarree. Op die manier zou het in de melk terecht zijn gekomen. Maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Volgens één van de deskundigen kan de hoeveelheid loperamide in de melk niet het gevolg zijn van het slikken van pillen. Bij één van de metingen was zoveel loperamide aangetroffen dat de vrouw daarvoor ongeveer 30.000 pillen had moeten slikken en dat is volgens de deskundigen onmogelijk. Ze had dan namelijk in coma moeten raken óf zelfs overlijden. De rechtbank is naar aanleiding van aanwijzingen in het dossier en verklaringen van deskundigen tot de overtuiging gekomen dat het niet anders kan dan dat de vrouw zelf de moedermelk van buitenaf heeft gemanipuleerd en zich zo schuldig heeft gemaakt aan poging moord. Ze was de spil in het geven van de borstvoeding. Ze kolfde het en bracht het ook zelf naar het ziekenhuis waar haar dochtertje in een couveuse lag. Volgens de rechtbank nam de vrouw steeds grotere risico’s. Zij moet zich in ieder geval na het beginnen van de hartritmestoornissen bij haar dochter hebben gerealiseerd dat deze veroorzaakt konden zijn door de aan de moedermelk toegevoegde loperamide en dat dit tot haar dood kon leiden.
Poging moord en voorbereidingshandelingen
Volgens de rechtbank manipuleerde de vrouw de moedermelk niet bewust om haar dochter te doden. Daarmee is bij de poging moord geen sprake van vol opzet, maar wel van voorwaardelijk opzet, zoals dat juridisch heet. Het pasgeboren, kwetsbare kind was ziek, maar zelfs in die omstandigheden leverde de vrouw de gemanipuleerde melk aan het ziekenhuis om aan haar dochter te geven. Ondanks dat ze wist dat het niet goed was, verhoogde ze de loperamide zelfs. Daarbij komt dat de vrouw basisarts is en specialist in opleiding was. Met haar kennis heeft ze de kans op overlijden van haar dochter voor lief genomen. Bovendien heeft ze door niets te zeggen de artsen ernstig misleid. De rechtbank veroordeelt de vrouw ook voor het treffen van voorbereidingshandelingen voor de poging moord op en zware mishandeling van haar dochter.
Vrijspraak
Naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de dochter van de vrouw is ook naar de situatie van haar zoon gekeken. Ook hij is na een zwangerschap van 35 weken prematuur geboren en had in de periode 2016-2020 te maken met allerlei lichamelijk klachten. Zijn gezondheidssituatie verbeterde toen hij in 2020 voor een second-opinion werd opgenomen in een ander ziekenhuis. De officier van justitie is ervan overtuigd dat de vrouw zich bij de zoon schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling door onjuiste of onvolledige medische informatie aan de artsen door te geven. Maar de rechtbank heeft dit uit het medische dossier niet vast kunnen stellen. Daarnaast hebben artsen in het ziekenhuis ook bepaalde klachten geconstateerd, waarop het beleid is aangepast en medische handelingen zijn uitgevoerd. De rechtbank stelt wel vast dat de vrouw een zelfbepalende, voortdurend kritische en sturende houding had richting de artsen, maar kan niet vaststellen dat dit leidde tot onnodig medisch ingrijpen. Er is bij de zoon geen verdunde voeding en loperamide aangetroffen. Het gegeven dat de rechtbank tot een bewezenverklaring komt bij de feiten die zij pleegde bij haar dochter, is onvoldoende om aan te nemen dat ze ook strafbaar handelde bij haar zoon.
Volledig toerekeningsvatbaar
De vrouw heeft verklaard dat ze vlak na de geboorte van haar dochtertje in een postnatale psychose verkeerde en niet precies wist wat ze deed. Na uitgebreid onderzoek hebben deskundigen geen stoornis bij de vrouw vast kunnen stellen. Dit geldt ook voor het zogenoemde Münchhausen-by-proxysyndroom, een vorm van kindermishandeling waarbij een ouder een kind opzettelijk ziek maakt. Omdat bij de vrouw geen stoornissen zijn vastgesteld, acht de rechtbank de vrouw volledig toerekeningsvatbaar.
Straf
Volgens de rechtbank is in deze zaak sprake van één van de meest ernstige vormen van geweld tegen een kind. Daarnaast heeft ze de artsen ernstig misleid door zichzelf voor te doen als een bezorgde moeder, waarmee ze hen op het verkeerde been zette. De rechtbank veroordeelt de vrouw tot een gevangenisstraf van 11 jaar voor de poging moord op haar dochter en de bijbehorende getroffen voorbereidingshandelingen. De officier eiste deze straf voor alle tenlastegelegde feiten, dus plus de zware mishandeling van haar zoon. Maar daar spreekt de rechtbank haar dus van vrij. Daarnaast moet ze een schadevergoeding van € 10.000,- betalen aan haar dochter. De vrouw mocht haar proces in vrijheid afwachten, maar nu bovengenoemde feiten bewezen zijn, vindt de rechtbank dat de veiligheid van de samenleving, en in het bijzonder die van de kinderen, zwaarder moet wegen. Dit betekent dat de vrouw direct weer vast komt te zitten.